- Elke maandag na een vakantie gaan de hulpouders de klassen bezoeken. Iedere ouder heeft zijn/haar eigen groep. Zij controleert samen met een andere ouder de kinderen op hoofdluis en noteren op het registratieformulier het resultaat van het onderzoek.
- Bij het constateren van hoofdluis (luizen en/of neten) wordt dit aan de directie (bij afwezigheid de desbetreffende leerkracht) doorgegeven. Deze neemt telefonisch contact op met de ouders van de desbetreffende leerling. Oude neten wordt wel genoteerd maar er volgt geen verdere actie.
- Alle ouders van de leerlingen van de groep krijgen per mail een ‘hoofluis-alarm’ brief waarin de ouders gevraagd wordt de komende twee weken dagelijks te controleren. Na 10 dagen volgt een nacontrole door dezelfde ouders. Bij twijfelgevallen wordt dezelfde procedure gevolgd waarbij aan de ouders duidelijk wordt gemaakt dat het om een ‘twijfelgeval’ gaat.
- De kinderen die tijdens een controle afwezig zijn worden geïnventariseerd en hiervan wordt een lijst gemaakt.
- Deze kinderen worden een week later door een van de moeders gecontroleerd.
- Bij uitvallen van hulpouders regelen de overige hulpouders de controle van de betrokken groepen.